De ‘eerste vrijdag’ in de cadettenschool in Lier

De ‘eerste vrijdag’ in de cadettenschool in Lier

De Eerste Vrijdag was niet altijd de eerste vrijdag maar, om het gemakkelijk te maken, was de naam altijd “de eerste”. Pas veel later is de Eerste Vrijdag ook de echte eerste geworden maar, alweer om het gemakkelijk te maken, laat ons niet op ons verhaal vooruitlopen, het wordt u zo ook wel duidelijk… hopen we toch !

De Cadettenschool in Lier, koninklijk of niet, dat speelde weinig rol voor de gemiddelde Lierenaar, maar die Lierenaar heeft bijna40 jaar zijn cadetten en leerlingen heel intens gekoesterd !

Van start gegaan in augustus 1955 als Nederlandstalige onderafdeling van het commando in Laken, de in Namen geplande Franstalige tegenhanger kwam nooit van de grond gezien het tekort aan voornamelijk Nederlandstalige officieren, was die school een prachtige mix van kazerne en school. Geen enkele militaire eenheid mocht namelijk een vol-en hoogwaardig en erkend ASO-diploma van het hoger middelbaar afleveren, met als toetje een maturiteitsproef die, bij slagen, toegang tot het hoger onderwijs verleende.

De korpscommandant was dus niet alleen een militaire korpscommandant maar ook een studiedirecteur en vergaderde regelmatig met de directeurs van de andere  Lierse scholen. Dat leverde meestal geen problemen op al was er heel uitzonderlijk wel eens een “(de) wulf” in schapenvacht.

Dat militairen soms dorstig zijn, zal niemand ontkennen, al hebben we genoeg voorbeelden van het feit dat de (burger)leraars aan de school zich daaraan zeer vlug en flexibel aanpasten.

In die tweede helft van het 50-decennium dus, eerder naar het einde van de vijftiger jaren toe, werd door een onbekend maar heel verstandig persoon, niet noodzakelijk de toenmalige korpscommandant al moest die wel zijn fiat geven, beslist om elke vrijdag, op het nakende einde van bijna iedere schoolweek (men/we ging(en) in illo tempore ook nog zaterdagvoormiddag naar school), zo tegen 1700 à 1730u even gezellig iets te nuttigen in de bar officieren & leraars (kortweg Bar Offr). Iedere vrijdag een drink dus, al zullen taalpuriteinen vinden dat ik hier “dronk” moet gebruiken !

Bij drinken hoort ook wel eten en aangezien daar vraag naar en nood aan was werd de oplossing gauw gevonden : altijd wel was er op vrijdag een overschotje aan kaas, ham en soms andere fijne waren uit de keuken. Brood ook meer dan voldoende en dus werd, al dan niet tegen betaling door de messbeheerder aan die keuken, tegen vrijdag 1700u een dotatie etenswaren voorzien. Met een emmertje pekelharing erbij, wat ook een klassieker werd, kon men een treffelijke bodem leggen om een pintje meer te pakken. Hadden ze toen geweten dat hun sociale bijeenkomst zich lang en ver zou bestendigen in de tijd … ze hadden er gegarandeerd nog een paar meer gepakt.

Het sociale belang van dit wekelijks evenement was niet te onderschatten want, omwille van de noodzakelijke integratie van die nieuwe school-kazerne of kazerne-school in Lier en zeker vergemakkelijkt door het feit dat Lier vrijwel altijd militairen en natuurlijk ook scholieren heeft gekend, werd er vrij vlugaan gedacht om genodigden toe te laten, alleen is per slot van rekening maar alleen !

Natuurlijk dat niet iedereen zomaar werd toegelaten : in de eerste plaats ging de aandacht naar wat ik zelf steeds noemde “de notabelen van de parochie”. Met een knipoog naar het Engels, zou men misschien foutief aan not-abel, niet van adel, kunnen denken maar er moet meer gedacht worden aan de echte betekenis van het woord, notabel wordt gezegd van personen die aanzien hebben; aanzienlijk; voornaam; inhet bijzonder:behorend tot degenen die in een land, stad, dorp e.d. van aanzien zijn door hun beroep of functie, soms ook door hun afkomst, kennis of ervaring.

Naast burgemeester, schepenen, en gemeenteraadsleden, passeerden ook personen uit de religieuze en zakenwereld de revue, al was dat aanvankelijk met mondjesmaat, zoveel overschot was er nu ook niet in de keuken … .

Omdat iedere week toch eigenlijk betekent : minstens vier-of vijfmaal per maand, werden genodigden toegelaten, in principe enkel op de eerste vrijdag van de maand en bleven de andere vrijdagen beperkt tot de “insiders” !

Naar goede en gastvrije gewoonte mochten de gasten nooit betalen en er werd dan ook rigoureus aan deze regel vastgehouden. Ook vrij logisch dan dat bepaalde regelmatige bezoekers, zich hiermee toch niet zo gelukkig, eerder verveeld, voelden en graag iets wilden bijdragen aan die ontvangst. Vraag was hoe … !

Van wie het initiatief tenslotte kwam is, evenals de exacte start van echt de eerste Eerste Vrijdag, niet meer te achterhalen maar een aantal vrijwel permanente gasten verenigden zich in de niet-officiële groep (toen nog zonder facebook) “Het Vijfde Wiel”, met duidelijke allusie op het gekende gezegde. In hun, ook helemaal niet-officiële statuten, mochten ze maximaal met een twaalftal zijn –waar al eens van afgeweken werd –en slaagden ze er in om, weliswaar met gebruik van de accommodatie en het personeel van de school, af en toe zelf als gastheren te fungeren. Zo kwam er, naast het feest van de officieren en het feest van de leraars ook een feest van het Vijfde Wiel. Er werd toen in die school, naast het noodzakelijke opleiden en opvoeden, aardig wat afgefeest. Om herkenbaar te zijn als groepslid tussen de officieren en leraars droegen de “vijfde wielers” een soort borsthanger, naar het voorbeeld van en analogie met de militairen, met een vergulde “5” waaronder een eveneens verguld wiel (eigenlijk van de Karabiniers-wielrijders of Cyclisten). Heel wat bekenden waren of werden lid en ik som hier, voor zover mijn interne harde schijf hetnog toelaat, fris voor de lever op : Staf Wuyts –gemeenteraad, Sooi Van Beeumen –aannemer, Jef Saerens –directeur ASLK, later nagevolgd door zijn opvolger Roger Boesmans, Deken (van Sint-Gummarus) De Bondt, Professor Verberckt, Ambassadeur Vranken, Raymond Van de Mosselaer, directeur van den “Athenée” … .

In het creëren van dat soort kringen was men sterk want, alhoewel dit eigenlijk buiten dit verhaalbestek valt, bestond er ook een “Orde van den Uil” waarin eerst alle bestaande, later nieuwe leraren, officieren en ook enkele trouwe en vaste

bezoekers, op studentikoze wijze op hun knieën voor een opgezette uil met zwarte pitteleer, rood gilet en hoge hoed –den uil wel te verstaan, geïntroniseerd werden.

Terug naar die eerste vrijdagen dan. Door het klassiek verloop van een schooljaar met de daaraan verbonden verloven en andere kalendervereisten , ging die, intussen wel degelijk Eerste Vrijdag genoemde, bijeenkomst niet door in de maanden juli en augustus en was dit ook niet altijd mogelijk op de vrijdag van de eerste week van een maand. Wanneer die Eerste Vrijdag dus niet kon gehouden worden op de effectieve eerste vrijdag, verschoof men deze soms naar de tweede vrijdag, uitzonderlijk de derde, ook al bleef het de Eerste Vrijdag ! U bent toch nog mee ?

Hoe dan ook werd de “Eerste Vrijdag” dus gemeengoed en er werden heel wat, soms moeilijke en delicate, zaken besproken en amicaal geregeld tussen pot en pint. Het voornaamste en zich steeds herhalende item hierbij was zeker het voortbestaan, of liever hetafschaffen van de school. Amper was zij uit haar startblokken in 1955 of de eerste pogingen waren er al om ze opnieuw te sluiten. Tot de werkelijke stopzetting als militaire school, over meer dan 40jaar bekeken, heeft de Cadettenschool zeker 10 pogingen tot… overleefd. Ik ben ervan overtuigd, heb het ook gedurende zes jaar van zeer, zeer nabij beleefd, dat de uitstekende verstandhouding met de politiek en het Lierse stadsbestuur, over vrijwel alle partijgrenzen heen tot op nationaal niveau, ervoor gezorgd heeft dat heel wat pogingen tenslotte een stille dood stierven !

De Eerste Vrijdag, en ik schrijf het graag met hoofdletter, werd voor velen een “gewoonte”, vast genoteerd op het maandelijks programma in hun agenda en dus groeide het aantal deelnemers door de jaren en dus ook … het verbruik. Hierop komen we later nog terug !

Het belang ervan werd duidelijk toen ik regelmatig, wanneer we het hadden over mogelijke sluiting, de vraag kreeg of het dan ook gedaan zou zijn met die Eerste Vrijdag ! Logisch omdathet een altijd leuke bedoening was, men van start ging rond de klok van 1700u tot … aanvankelijk weinig beperking wat nachtelijke uren aangaat. Het personeel, beroeps of dienstplichtig, werd gecompenseerd in tijd en deed de “job” meestal graag. Dat niet alleaanwezigen steeds hebben geweten hoe en in welke staat ze thuis raakten, hoeft niet verdoezeld te worden. Niets is vreemd aan de mens en zeker niet aan de geladen mens en er werd dus af en toe, soms letterlijk en tegen de kazernemuur maar aan de binnenkant dan, naast of niet in de pot gepist ! Zonder namen te noemen … het is ooit iemand overkomen dat hij, na een wat uitgelopen Eerste Vrijdag, op weg per fiets naar huis langs de Antwerpsesteenweg, van die fiets viel en hij van puur heimwee daarna terug richting Baron Opsomerlaan reed.

Iedere vergadering of samenkomst heeft zijn voortrekkers, of is het hier voorproevers, en daarvan willen we u ook enkele namen niet onthouden. Militairen worden verondersteld sportief te zijn en hun fysiek te onderhouden endaar werd dan ook aan gewerkt. Dat genoot zelfs navolging bij het burgerpersoneel en zeker bij de leraars. Dus … iedere vrijdagnamiddag werd er in

de sportzaal, nog steeds bestaande en geïntegreerd in het huidige Park Dungelhoeff, “gevolleybald” door het kader, dus ook op de Eerste Vrijdag. Ieder doet waar hij best in is en enkele, niet zo overtuigde, sportievelingen, zagen er heel accuraat, in de loop van de namiddag reeds,  op toe dat tegen 1700u alles perfect in orde was in Bar & Mess Officieren om de gasten op de best mogelijke manier te ontvangen. Ik vernoem hier bvb. Commandant Fons Claus –toen S4 in het militaire jargon en dus verantwoordelijk voor het volledige logistieke gebeuren in de eenheid. Ook Commandant Van Uytsel, iets later, vervulde hier een belangrijke rol. Naar Fons Claus werd trouwens het vroegere plein genoemd aan de achterzijde van het, nu nieuwe, gebouw recht tegenover het hoofdgebouw en aan de andere kant van het Paradeplein, richting zwembad, het Fons Clausplein dus, met straatnaambord en alles er op en er aan. Misschien is dit een idee voor het huidige stadsbestuur ?

Ook van de kant van de genodigden waren er vroege vogels waarvan Jef De Vocht, ook lid van het Vijfde Wiel, misschien wel de voornaamste was. Ooit is hij in de school binnengekomen met en als goede vriend van onze Aalmoezenier Jan Van Hoomissen uit Lint en daar was hij gekend als een slechte, toen nog, frank, door zijn bloeiende elektrozaak. Met zijn Lintse bijnaam, later ook in Lier, evolueerde hij van Jef Radio naar Jef TV, men moet tenslotte met zijn tijd meegaan. Hij “controleerde”, samen met de eerder genoemden, de goede aansluiting en werking en smaak van vaten en bier. En, wonder boven wonder, nooit werd dit slecht bevonden! De eerste pint voor de sporters, na hetvolleyball of andere sportbeoefening, smaakte dus hemels !

Door de uitstekende contacten via de Eerste Vrijdag werden een aantal genodigden, en dus ook soms de verenigingen waar ze verantwoordelijk in waren, kind aan huis. We denken hier in de eerste plaats aan onze “Moedige Bootvissers”die dankbaar konden gebruik maken van de school waar toch enkele van hun boten het levenslicht zagen en uit het goede hout gesneden werden.

Ook de samenwerking en verstandhouding met de Lierse Persbond langs dezelfde weg,vooral in de persoon van Hugo Van Rooy, toen uitgevervan “Ons Lier” leidde tot enkele belangrijke sociale initiatieven.

Met onze Lierse voetbalclubs K. Lierse SK en K. Lyra TSV groeide er ook een uitstekende band wat voor “gebuur” Lyra resulteerde in hetmedegebruik van het stadion Kolonel Bastijns van de kazerne.

Het leven is er echter nooit goedkoper op geworden en, einde jaren 80, werd het financiële plaatje van die eerste vrijdagen toch redelijk duur en dacht de korpscommandant aan het afschaffen ervan, wat echt dood zonde zou geweest zijn.

Met steun van Commandant Yvon Hossey, overleden begin 2016 en in die tijd Officier Adjunct, heb ik toen het plan van sponsoring uitgedokterd. Per samenkomst konden twee vaten geschonken worden, liefst van 50 liter natuurlijk, het overschot was altijd goed voor verder gebruik de volgende week, en ook één hoofdgerecht, meestal naar de keuze van de schenker. Op mijn eigen risico mocht

dat systeem geprobeerd worden en zie, na hetuithangen van het eerste jaarschema, wasin twee maanden alles volgeboekt voor het volledige schooljaar. Kolonel gerustgesteld, wij zeker ook ! Dat dit de essentie ging worden van onze latere Vriendenkring, zoals we die nu kennen, had niemand verwacht !

De cadetten verdwenen definitief op het einde van het schooljaar 1990-1991 en de Cadettenschool werd eerst IVS (Intermachten Voorbereidende School) en kort daarna VDKMS (Voorbereidende Divisie van de Koninklijke Militaire School) en beperkte haar opdracht van toen af tot het op één schooljaar klaarstomen van de kandidaten voor de toelatingsproeven tot die Militaire School, wat daarvoor gebeurde in de Afdeling Intermachten van de Cadettenschool. De Eerste Vrijdag bleef !

De enige verandering, voor buitenstaanders nauwelijks merkbaar, was de internewijziging, voornamelijk in naam, van de bar officieren die evolueerde naar één van de bars “all ranks” door de algemene aanpassing van het systeem binnen de krijgsmacht. Alle kantines en bars werden inderdaad “all ranks”, even zo de catering. De toegangsdrempel  tot de Eerste Vrijdag wijzigde dan ook en er kwam dus nog wat meer volk.

De Eerste Vrijdag bleef bestaan tot wanneer VDKMS Lier, ik dacht in 1998, naar Laken verhuisde, daarna, naar Sint-Truiden/Saffraanberg.

Nog een weetje : wie zich de vraag stelt waarom enerzijds men Kadettenschool schrijft, anderzijds Cadettenschool, is het antwoord vrij duidelijk, wars van alle taalkundige beschouwingen. Omwille van de, meestal gezonde, rivaliteit tussen de school in Laken en die in Lier, is het in Lier altijdde gewoonte geweest Cadettenschool met een “c” te schrijven, al was het maar om een onderscheid te maken. Op die manier was het meestal ook gemakkelijk in één oogopslag vast te stellen of een nota van Laken of van Lier kwam. De officiële militaire afkorting bleef steeds KKadSch, al is een “kadet”eigenlijk een broodje.

Voor wat er met de Eerste Vrijdag gebeurde bij het sluiten van de school, verwijs ik graag naar de tekst die terug te vinden is op de website van de Vriendenkringvan de Eerste Vrijdag (www.eerstevrijdag.be). Met enige vertraging werd, onder druk van veel gegadigden en dan toch op initiatief van Majoor Willy Van Elsen, laatste bevelhebber van de school en ook onder impuls van Majoor van de Rijkswacht Nicky Claus (spijtig al zaliger), zoon vanFons (zie hoger) en ook oud-cadet –met een “c” dus, toch besloten tot de oprichting van een Vriendenkring van de Eerste Vrijdag met Willy als eerste voorzitter.

Of het volledige verhaal, zoals hier weergegeven, voor 100 % strookt met de waarheid, kan en wil ik niet garanderen. Voor mij klopt het plaatje alleszins wel. In 1970 heb ik de school als afgestudeerd cadet van de Grieks-Latijnse verlaten en reeds zes jaar later was ik genodigde van de Eerste Vrijdag, dit vanuit mijn functie als lid van de beheerraad vande vereniging van Oud-Troepskinderen, Pupillen, cadetten en Leerlingen van het Leger en secretaris-schatbewaarder van de Sectie Antwerpen waarbij oud-korpsadjudant van de school gedurende bijna dertig jaar

en mijn naamgenoot Charles Boels feestbestuurder was en natuurlijk promotor van de vereniging in de school.

Ik heb dus al die jaren toch één en ander beleefd en was een heel trouwe eerste vrijdagenaar (of hoe noemt men zoiets). In 1987 kwam ik dan opnieuw permanent voor zes jaar in de school als stafofficier en werd ik nog veel nauwer betrokken bij dat wat ik een “fenomeen” noem.

Speciaal en het zal speciaal blijven wat nog wordt bevestigd door het initiatief van  het Provinciecommando Antwerpen tot, in navolging van …, het inrichten van een laatste donderdag wat nu toch ook al enkele jaren aan gang is. Het maakt dat een aantal leden van onze kring elke maand van de laatste donderdag naar de eerste vrijdag gaan.

Mijn meeste gevoelens daarrond zijn pure nostalgie maar dat heeft gemaakt dat toch heelveel mij heel duidelijk is bijgebleven. Het was/is ook dikwijls zo verdomd gezellig!

Foto: privéarchief

De Eerste Vrijdag … AD MULTOS ANNOS !

Rudy Boels

Kapitein-commandant van de Infanterie b.d.

Oud-cadet van KCS Lier 67-70

Oud-stafofficier van KCS, IVS & VDKMS Lier 87-93

en … LID VAN DE VRIENDENKRING VAN DE EERSTE VRIJDAG