Thuis bij Marc Dex

Thuis bij Marc Dex

Met een brede glimlach opent Marc Dex zijn voordeur voor ons. Hij ziet ons graag komen. In de zomer van 2023 inventariseerden we met een ploegje vrijwilligers zijn persoonlijke collectie rond zijn lange muziekcarrière en daar is hij nog steeds heel dankbaar voor. Toen we Marc vroegen of we hem mochten interviewen over het thema ‘thuis’ antwoordde hij zonder aarzelen ‘ja’.

Beste Marc, we zijn hier bij jou thuis in Oud-Turnhout. Wat zorgt ervoor dat jij je hier thuis voelt?

Om die vraag te beantwoorden, moet je weten dat ik geboren ben in een eenvoudig en kroostrijk arbeidersgezin op het Looieind, een gehucht in Retie. Vader werkte op de melkerij in Retie als arbeider. Mijn ouders kregen 7 kinderen, 5 jongens en 2 meisjes, waarvan er 1 helaas overleed voordat ik geboren werd. We hadden thuis enkele koeien, varkens en kippen en een klein moestuintje.
Ik heb de technische school gedaan omdat mijn vader zei: “Je moet een stiel leren, dan zal je je kost wel verdienen.” In de jeugdbeweging startten we een orkestje, waar ook mijn broer Jules bij speelde, In 1964 namen we ons éérste plaatje op “Vaarwel Jenny” in de grote Decca Studio van Brussel. We waren zeer populair, vooral in de Kempen.
Deelname aan de muziekwedstrijd Canzonissima met het liedje ‘O Clown’ in 1968 betekende mijn nationale doorbraak en begon mijn muziekcarrière.
Zodra ik eind jaren ‘60 met mijn muziek geld begon te verdienen, zei mijn vader : “”investeer dat maar in een goei stukske grond.” Zo kwamen we in Oud-Turnhout terecht. Ik koos voor een perceel in natuurrijk gebied dicht bij landschap De Liereman. Bij de bouw van onze woning hebben we veel zelf gedaan. Daarna brachten we hier onze 3 kinderen groot en bouwden een leven op in dit dorp. We hebben veel vrienden in Oud-Turnhout. Dat alles zorgt ervoor dat ik me hier al meer dan 50 jaar echt thuis voel.
Maar uiteraard ben ik ook mijn jeugd in Retie niet vergeten en ligt Retie me nog nauw aan het hart.

Je nam zelfs een lied op: ‘Oud-Turnhout Mijn Dorp’. Wat inspireerde jou hiertoe?

Ik haal veel inspiratie uit wandelingen in de Liereman. Samen met Kris Flameng maakte ik nog méér liedjes over mijn thuis: twee over de Liereman (‘Vlammen in het Veen’ en ‘Liereman Lief’) en één over de Mariakapel van Rhoode. Ik stop vaak aan die kapel. Daar voel ik liefde, warmte en rust.

Oud-Turnhout parel van de Kempen
Aan jou is dit lied gewijd
Als diepe wortels in dat Kempisch zand
Staat mijn hart in jouw geplant
Waar ter wereld ik ook ben
Denk ik aan mijn dorp dat ik zo goed ken


(uit: Oud-Turnhout Mijn Dorp)

Elke thuis heeft zijn eigen erfgoed, zoals tradities, oude voorwerpen, kunstwerken, verhalen,… Welk erfgoed van dit huis vind jij bijzonder?

Ik bezit een kunstwerk dat me nauw aan het hart ligt omdat het samenvalt met de start van mijn carrière: een schilderij van kunstenaar Martin Bollé met een clown erop. Martin Bollé was een internationaal bekende schilder uit Schaarbeek die vaak clowns schilderde. In 1968 hoorde hij mijn lied ‘O Clown’ in de muziekwedstrijd Canzonissima op tv en toen besloot hij dit schilderij voor mij te maken. Helaas is hij in augustus 1968 overleden en was het zijn weduwe die het schilderij is komen overhandigen.
Ook de prijzen die ik doorheen mijn carrière mocht ontvangen, vaak mooie kunstwerkjes, beschouw ik als dierbaar erfgoed.

Je bouwde zelf intussen ook een collectie aan muzikaal erfgoed op. Hoe zie jij het voortbestaan hiervan?

Ik heb inderdaad een grote stapel krantenknipsels, prijzen, opnames,… waarvan ik hoop dat ze voor de toekomst bewaard kunnen blijven. Mijn kinderen en kleinkinderen zijn allemaal druk bezig en zwermen uit, en ik vermoed dat zij niet meteen geïnteresseerd zijn om het zelf bij te houden. Daarom heb ik de voorzitter van heemkring Corsendonca aangesproken en op zijn aanraden ook Erfgoed Noorderkempen gecontacteerd. Ik vind jullie werk heel belangrijk. Mijn hart en ziel zitten immers in deze collectie. Het zou fijn zijn als deze regelmatig nog eens tentoongesteld kon worden.

Jij bent ook thuis in de muziekwereld. Hoe voelt dat voor jou?

Ik heb me altijd goed gevoeld in de muziekwereld. Op het toppunt van mijn succes was ik bijna dagelijks van huis van 11 uur ‘s ochtends tot 2-3 uur de volgende ochtend. Ook toen ik een horecazaak had, Klaveren Drie in Kasterlee, was ik weinig thuis. Maar het voelde voor mij steeds héél belangrijk om altijd een thuis te hebben om naar terug te keren, je goed te voelen en op adem te komen. Anders houd je zo’n carrière niet vol.

Ook jouw broer was een bekende muzikant, onder de artiestennaam Juul Kabas, en ook jouw dochter Barbara is zeer muzikaal. Zit het muzikale gen al lang in jouw familie?

Mijn moeder zong graag tijdens het strijken. Mijn vader had het talent om mensen te amuseren, bijvoorbeeld op bruiloften of feesten in de straat. Hij schreef geweldige teksten en speelde fantastische sketches. Onze Juul erfde zijn komische talent. De goesting voor het zingen en entertainen zullen wij waarschijnlijk wel geërfd hebben van zowel ons vader als ons moeder.

Het dorpke mee zijn zeuven neten
Da kenne kik zo goed als gij
Van Retie zen ik da meugde weten
Vandaag en morgen en veur altij


(uit: Van Retie zen ik – Juul Kabas)

door: Erfgoed Noorderkempen in gesprek met Marc Dex (8 januari 2024)